Voor deel 1 ( 1 t/m 20) van de expositie klik hier
Deel 2: 21 t/m 44 ( wordt vervolgd)
21. Geld, dat in de oorlog gebruikt moest worden
Op 1 april 1941 maakt de Duitse bezetter een einde aan de monetaire scheiding tussen Nederland en Duitsland. Het gevolg was dat alle munten met een waarde; zoals munten van goud, zilver, kopper/nikkel en van brons werden omgesmolten en vervangen door muntgeld van zink.
Eind 1941 komt het eerste zinken oorlogsgeld in circulatie. In de loop van het daarop volgende jaar vervangen exemplaren van dit goedkope metaal langzamerhand de munten van 1 en 2½ cent (brons), 5 cent (nikkel) en 10 en 25 cent (zilver). Daarmee wordt tegelijkertijd een herinnering aan het koningshuis uitgewist.
22. Heilige mis in Westergeest en breisters gevraagd

Comité opgericht voor inzameling wol en breisters gevraagd:
23. Bonnenkaarten voor brood, boter, vleesch en versnaperingen
Om ervoor te zorgen dat iedereen in tijden van gebrek toch aan voedsel kon komen, werd door de overheid overgegaan tot de verstrekking van distributiebonnen.
Om aan distributiebonnen te komen moest men in het bezit zijn van een zogenoemde door de overheid verstrekte distributiestamkaart, die door de gemeente werd verstrekt.
Wanneer men de bonnen had verkregen, kon men op in de kranten aangekondigde tijden de winkel bezoeken. Omdat iedereen op hetzelfde moment zijn bonnen moest inleveren, stonden voor de winkels lange rijen.
Op 11 oktober 1939 werd in Nederland suiker als eerste product in de Tweede Wereldoorlog alleen verkrijgbaar met bonnen. Vanaf januari 1940 gold dit ook voor erwten. Tot in de jaren 50 bleven veel goederen slechts “op de bon” verkrijgbaar, koffie was in 1952 het laatste product dat ten slotte weer vrij verkrijgbaar werd.
24. Persoonsbewijzen en distributiekaarten en bonnen


Persoonsbewijzen en distributiestamkaarten van Pieter van der Haak en zijn vrouw Jitske van Assen en de vader van Pieter Berend van der Haak, Wijtske Reinders, Renze Blom en tweede distributiestamkaarten van Klaas en Willemke en Wierd Kooistra en één van Renze Blom







25. Bonnenkaarten bij de kruidenierswinkels

Het café van Frans en Jeltsje Sikkema

Frans en Jeltsje Sikkema

De winkel van Gerhardus Hilboezen en Selie van der Schaaf (pake en beppe van Eelkje Sipkema-Reinders) en Eelkje Hilboezen.

Gerhardus Hilboezen en Selie van der Schaaf
Frans en Jeltsje hadden kruidenierswaren te koop in het café.
In oorlogstijd toen producten op de bon waren, werkten de beide winkeliers samen. Zij hadden beide dezelfde leverancier. Onderaan ziet u een opplakvel, waar ze de ingeleverde bonnen op plakten en wanneer ze samen genoeg hadden voor een rantsoen, zodat de producten bij de leverancier besteld konden worden. Identiteitskaart moest meegenomen worden als ze naar de gemeente gingen.
26.Kerkklok gevorderd door de Duitsers
Klokkenvordering, ook wel ‘klokkenroof’ genoemd, is een gebruik tijdens oorlogen dat eeuwen terug gaat. Er worden dan kerkklokken uit de torens gehaald, met als voornaamste doel kanonnen te gieten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in heel Nederland circa 6.700 klokken gevorderd door de Duitse bezetter, zo ook de klok van Westergeest, die dateerde uit het jaar 1898.
Na de oorlog is een nieuwe klok besteld bij de firma van Berge uit Heiligerlee. De officiële ingebruikname was op 17 november 1949, waarbij Dominee F.G. van Binsbergen, Burgemeester J.J. Praamsma en meester ter Horst het woord voerden. Meester ter Horst bedankte de bevolking hartelijk voor de wijze, waarop ze haar medewerking verleend heeft aan de bazar en voor alle vrijwillige bijdragen. Ook werd bedankt voor de bijzondere gaven van de Kerkvoogdij, de Diaconie, de beide Begrafenisverenigingen, de Oranjevereniging, de Christelijke Vrouwenvereniging, Dr. Fokkema en vroegere plaatsgenoot Stelma, die nog een paar klompen voor de bazar beschikbaar stelde. Veel dank ook voor B en W. en droegen de klok en geluidsinstallatie aan het Gemeentebestuur over.
Opschrift: “Gegoten 1948”, het gouden regeringsjaar van koningin Wilhelmina. Tot slot bedankte ook de Burgemeester de bevolking voor hun medewerking.
27. Uitstapje van de Jongelingenvereniging Westergeest op 17 augustus 1944

Deze foto is niet compleet, omdat een aantal jongens ondergedoken zaten. Deze jongens hebben veel plezier, maar weten niet wat hen of hun familie mogelijk te wachten staat.
Bovenste rij v.l.n.r.: Lieuwe Kloosterman, Meester van Wessel,(leider), Jaring de Jong ( bakker van de Triemen), David Kloosterman (leider), Sjirk Bosgraaf, Wiebe Veenstra, Lieuwe Huisman, Durk Bosgraaf, Lykele van der Veen?
Middelste rij v.l.n.r.: Renze Kloosterman, Lieuwe Huisman ( e.v. Frouk), Gosse Wijma, Jacob de Jager, Bearn Dantuma, Pieter van der Werf, Heine van Assen, Thomas Visser, Pieter Tuinstra
Voorste rij v.l.n.r. Sjirk Loonstra, Jacob Huisman, Arjen Veenstra, Heine de Bruin.
28. Sjuk van der Heide was niet bang voor landwachters

Dit is de woning op de Trekwei 1, waar Sjuk en Wietske van der Heide woonden. (op de foto staan eerdere bewoners Heine van Assen en zijn grootmoeder Froukje)
Sjuk van der Heide woonde aan de Trekwei 1, waar later Roel Nicolai en zijn gezin woonden. Sjuk en grutte Wobke moesten ”sjitgatten grave” in de berm van de Trekweg. De beide mannen hadden niet zo veel zin in dit werk. Toen ze in de verte Duitse landwachters aan zagen komen sloeg Wobke Westra (van Hústernoard) zijn schep kapot. Hij kon van de landwachters bij Sake Dieuwke van der Werf wel een nieuwe schep ophalen. Niet iedereen durfde het aan tegen landwachters te zeggen: “Ik doch gjin wurk foar jimme”. Sjuk van der Heide wel. Ze namen hem mee, maar fouilleerden hem eerst. Hij had een steeksleutel bij zich. Deze werd door de landwachters in de Trekvaart gegooid. Hij zou naar Drenthe moeten om daar putjes te graven. Sjuk verbleef één of twee dagen in Dokkum. “Hy hat der neat wer fan heard”, aldus Anne Huisman.
Op de foto de woning van Sjuk en Wietske van der Heide. (op de foto staan eerdere bewoners Heine van Assen en zijn grootmoeder Froukje)
29. Pier de Vries naar kamp in Wilhelmshaven

Pier de Vries van de Wouddijk o/d/ Oudwoude
Pier de Vries ( geb. in 1921) woonde aan de Wouddijk onder Oudwoude. Door de oorlog had Duitsland geen arbeidskrachten meer om te werken in hun fabrieken. Zodoende werden mannen uit Nederland opgeroepen om zich te melden om daar te moeten werken ( Arbeitseinsatz). Pier de Vries bleef mooi thuis. Op een dag (februari 1945) was hij op de motor onderweg waarschijnlijk naar klasgenootje Trijntje Witzenburg aan de Weerdebuorsterwei. Onderweg werd hij door een Duitse militair( De Platnoas, in de volksmond genoemd) opgepakt, want hij had geen Ausweis bij zich en moest mee naar Leeuwarden. Daarna werd hij op transport gezet naar kamp Schwarzerweg in Wilhelmshaven. De omstandigheden waren daar erg slecht. Pier de Vries is daar na 4 weken ( 14 april 1945) overleden door ziekte, mede door luizen, die gaten in zijn huid hadden gemaakt.
30. Oproep van het Gewestelijk Arbeidsbureau
Vertrek naar Duitschland
De Deutsche Abteilung van het Gewestelijk Arbeidsbureau in Leeuwarden plaatste de volgende waarschuwing in de krant.
Iedereen, die een oproep had gekregen en niet op kwam dagen, kreeg opnieuw een oproep en werd dan met den sterken arm gedwongen om af te reizen naar Duitschland en dan naar een andere bestemming dan de oorspronkelijke, maar met minder gunstige arbeidsvoorwaarden.
32.Bevel voor aanmelden arbeidsinzet
Op bevel der Duitsche Weermacht moeten alle mannen van 17 t/m 40 jaar zich voor den arbeidsinzet aanmelden!
Onmiddellijk na ontvangst van dit bevel moeten de jongemannen met de voorgeschreven uitrusting op straat gaan staan. Alle andere bewoners, ook vrouwen en kinderen moeten in de huizen blijven totdat de actie beëindigd is.
Het is aan alle inwoners der gemeente verboden hun woonplaats te verlaten. Op hen, die pogen te ontvluchten of weerstand te bieden, zal worden geschoten.

33. De algehele verduistering gaat met ingang van heden in!

Ieder ingezetene wake er voor, dat zijn huis geen licht uitstraalt.
Voert kalm maar precies elke last uit, welke in deze ogenblikken moet worden opgelegd.
34.Alle klokken vooruit, zelfde tijd als in Duitsland

In de Telegraaf van donderdag 16 mei 1940 stond vermeld,
dat hedennacht in Nederland om 24 uur dezelfde tijd als in Duitsland wordt ingevoerd.
Daarom moeten alle klokken om 24 uur zóó gezet worden, dat ze 1.40 aanwijzen
35.Clandestien slachten was riskant

Fokke Veenstra met paard en wagen
Fokke Veenstra, ze woonden aan het einde van de Van Teijenswei, adres is Trekwei 8
In de oorlog waren de meeste levensmiddelen schaars of op de bon.
Het illegaal slachten van bijvoorbeeld een varken of schaap was één van de manieren om aan voldoende vlees te komen, maar het was riskant. Als je betrapt werd stond er een fikse straf op. Dit overkwam Fokke Veenstra(1900-1965) ( e.v. Getje Postma, 1894-1935) uit Westergeest, hij kreeg twee maanden gevangenisstraf.
Fokke was niet de enige dorpsgenoot , die illegaal slachtte. Jan de Vries ( 1916-1992) ( e.v. Pietertje Kempenaar( 1917 -1976)had al meerdere malen geslacht, hij stak dan een helpende hand uit als ene Klaas Visser slachtte. Eis en vonnis 6 maanden gevangenisstraf, maar Jan ging in hoger beroep. Jan en Pietje woonden naast het lokaaltje aan de Van Teijenswei
36.Wenskaarten voor soldaten

37.Anne Huisman half jaar bij de PTT in Duitsland

Anne Huisman van de Bumawei 3 is 45 jaar PTT postbesteller geweest tot aan 31 december 1968. Tijdens de bezettingsjaren was hij een half jaar als PTT’er in functie in Suhl, Duitsland (DDR). Hoe hij ook had geprobeerd om er onderuit te komen, begin januari 1943 moest hij werken in Duitsland. Anne was daar in de kost bij een weduwe, maar het eten was slecht. Toen hij na een half jaar voor 11 dagen met verlof terugkeerde naar huis woog hij nog maar 100 pond. Hij had besloten om niet terug te keren naar Duitsland. Anne moest af en toe onderduiken, maar was ook regelmatig thuis. Op een dag kreeg zijn vrouw Jantje een seintje van politieagent Schaafsma, dat hij ’s avonds op bezoek kwam om te controleren of haar man ook thuis was. Dan wisten ze genoeg! Hij heeft een tijd ondergedoken gezeten in Surhuisterveen bij zijn zwager in een boerderij, waar meer onderduikers zaten. Daar beleefden ze een angstig moment, toen er een Duitser in huis was en een onderduiker tegen de deur bonkte. De Duitser hoorde dat ook, maar ze dachten dat het wel een koe geweest zou zijn.. En later ook bij Arend en Saakje Galema op it Langlân bij It Mounehiem. “De ratten rûnen ús oer de kop. Mar it wiene hiele bêste minsken”.
Jantje verzorgde het postkantoor en stuurde af en toe een brief naar Suhl via Leeuwarden, waar haar man zogenaamd aan het werk was. Zo speelde zij het spel mee. Anne was vroeger horlogemaker geweest, dus kon hij hier nog wat geld mee verdienen om klokken of horloges te herstellen.

Woning van Arend en Saakje Galema
38.Geallieerde vliegtuigen zullen levensmiddelen uitgooien boven het bezette gebied
Uit de Kollumer Courant van 27 april 1945
De vijand, die verantwoordelijk is voor de voedselvoorziening heeft verzuimd voldoende voorraden aan te leggen. Het geallieerde opperbevel heeft nu last gegeven u van voedsel te voorzien door middel van pakketten die door vliegtuigen, voornamelijk door bommenwerpers, zullen worden uitgeworpen. De pakketten zijn zwaar, dus zoek dekking. Verdeel het voedsel eerlijk! Ten slotte wordt den Duitschers de raad gegeven, in hun eigen belang, mee te helpen aan een eerlijke verdeeling onder de bevolking.
39.Pieter Loonstra overleden in Japans gevangenschap in 1944
Pieter Loonstra was geboren in Westergeest op 2 februari 1912, zoon van Sipke Loonstra en Trijntje Bosgraaf. Pieter was Europees Korporaal bij de KNIL
Toen er door het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) “flinke, goed oppassende jongemannen van 18 – 30 jaar (ongehuwd)” werden gevraagd, reageerde Pieter. En hij vertrok in 1938 per boot naar Indië. Daar raakte hij in maart 1942 betrokken bij de oorlog met Japan. Hij werd krijgsgevangen gemaakt en uiteindelijk ingezet bij de aanleg van de 415 kilometer lange beruchte Birma-Siam spoorlijn door Thailand en Birma. Onder erbarmelijke omstandigheden vonden zo’n honderdduizend dwangarbeiders naar schatting de dood.
Brigadier Pieter Loonstra werd ziek en overgebracht naar een hospitaal in Saigon. Daar kwam hij te overlijden op 5 mei 1944 en daar werd hij begraven. Later werd hij herbegraven op het Kranji War Cemetery in Singapore.
Voor de familie in Fryslân was het een onzekere tijd ,want in 1944 werd de naam van hun zoon als krijgsgevangene nog genoemd in meerdere dagbladen. Zij kregen in april 1946 pas bericht van zijn overlijden.
40.Pieter van der Haak was werkzaam bij de Burgerwacht
Pieter van der Haak ( geb. 29 april 1889) was getrouwd met Jitske van Assen( geb. 13 februari 1904). Het zijn de ouders van Frouwkje Bijlstra – van der Haak(echtgenoot van Jacob Bijlstra).De burgerwacht in Nederland werd in 1918 gevormd om op te treden tegen ‘revolutionaire woelingen’. Burgers in het uniform van de Vrijwillige Burgerwacht oefenden in het hanteren van wapens. Zij waren in deze zin de opvolgers van de in 1907 opgeheven schutterijen. De lokale verenigingen waren verenigd in de Nederlandse Bond van Vrijwillige Burgerwachten welke in 1940 door de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog ontbonden werd en daarna niet meer heropgericht werd.
Op de foto Pieter van der Haak, de armband van de Burgerwacht. Ingevolge de opdracht van Het Duitse Bezettingsbestuur om den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm te ontbinden, wordt P. van der Haak ontheven van zijn verbintenis.
41. Pieter van der Haak bij de Luchtbescherming
42. Alle verzetsstrijders in Kollumerland
43. Juf Klaske Salverda op school Triemen
44. Er werden wapens gedropt bij Aalsum als de code “ de worm heeft rode haren” te horen was en later: “Jan is een grote jongen”.

De boerderij van Wietse de Vries
Het gezin Wietse Berend de Vries in Wouterswoude was een toevluchtsoord voor jongemannen, die niet thuis durfden te blijven. In oktober 1944 aanvaardde men een groot risico door bij Aalsum gedropte wapens op te bergen. Het droppen was tijdens de nachten van 19, 22 en 28 oktober en 24 november 1944. Met een praam van houthandelaar Pieter Gerke Oberman uit Dokkum, die geladen was met bieten voor Lolke Kramer uit Dantumawoude, werden de wapens in het holst van de nacht via de Zwemmer naar Wietse de Vries gebracht. Bij de Lange Brêge nam Lolke Kramer de praam over van illegale werkers uit Kollumerland. Bij Wietse de Vries werden de wapens gelost. De volgende dag haalde de veehouder de bieten uit de praam, toen bleek dat er een sten was blijven liggen. Vervolgens vond er een wapeninstructie plaats op het erf. De familie de Vries had wel een half jaar de wapens onder dak. Het gaf meermalen grote zorg in het gezin.
























































